De waarde van een koophuis

Stel dat je een tweedehands akoestische gitaar wilt kopen.
Redelijk eenvoudig hoor! Je kijkt of de hals nog mooi recht staat, of er geen barstjes of breuken in de klankkast zitten. Misschien vraag je nog even naar de ouderdom. Of naar het merk hetgeen ook wel handig om te weten is niet?
Daarna speel je er een weinig op en dat brengt je tot een aardig beeld van de prijs die je er misschien wel voor over hebt.
Na wat onderhandelen zal de prijs waarschijnlijk de 250,- Euro niet te boven gaan.

Nu, bij een huis is dat wat moeilijker.
Huizen zijn namelijk bouwsels die meestal, hoewel ze snel ouder worden en steeds meer slijten en gebreken gaan vertonen, meer waard worden. Eigenaardig niet?

Neem nu Badhoevedorp. Begin zestiger jaren. Mijn buurman, slijter van beroep, had wat geld over. Er werd nogal wat gezopen daar in dat dorp. Toen al. Ik vermoed dat  piloten en stewardessen, in die tijd, na het vliegen een sterke behoefte aan drank hadden...

Aan de overkant van de straat stond een mooie twee-onderéénkap woning. Tuin en grote garage erbij.
Die woning kocht mijn buurman voor een bedrag van rond de 40.000 gulden. Zijn vader mocht erin wonen. Netjes. De schuur gebruikte de slijter om antieke automobielen te restaureren. Het was een ijverige man!
Naderhand kocht de slijter ook ons huurhuis en zijn eigen huur/winkelhuis op. Na een beetje verbouwen leverde dat meer winkelruimte op. Ondernemen en investeren was hem niet vreemd!
En de verdiensten bleven heel aardig. Hoewel dat later snel bergafwaarts ging met de komst van Gall en Gall en andere drankketens.

Weet u wat de waarde van deze woningen nu is? Het tienvoudige minstens!
Maar is dat dan ook de werkelijke waarde?

Het zou mij niet verbazen als de huidige huizenprijzen nog flink extra gaan dalen. En ja, dat zou dan wel eens een onverwacht flinke strop voor de regering Rutte-2 kunnen worden. De vangnetregeling voor woningverkoop met verlies zal een giftig addertje onder het gras blijken te zijn!